Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zondag 29 november 2015

525 - GEDACHTEN, OVERPEINZINGEN OVER ATHOSBEZOEK(ERS): (TE) GROOT IN AANTAL? EN ANDERE 'RAMPEN', DEEL 1/3

Zomer 2015. De Heilige Berg Athos, Agion Oros. Ik zit bij de fontein van I.M. Stavronikíta. Het is middag, warm en rustig. En stil. Plotseling komt een aantal (Russische) mannen aangelopen. Ik stel vast, dat ze geen lange wandeling achter de rug (kunnen) hebben. Ze gaan op zoek naar het kathólikon en de ikonen. Een grote zwarte auto, die wacht op het voorplein, heeft ze gebracht. Zomaar aan het begin van de middag?, vraag ik me af. Na een kort bezoek aan de kloosterwinkel verdwijnen de mannen weer net zo snel als ze gekomen zijn.

Vader Φ. geeft later, met spijt en berusting in zijn stem, antwoord op mijn vraag naar die zwarte auto: geld maakt veel mogelijk (ook hier). En dat is een antwoord dat mij opnieuw aan het denken zette. In deze blog wil ik mijn gedachten naar aanleiding van dit antwoord weergeven. Ik moest ze een keer opschrijven. Het is daardoor een blog geworden met mijn zeer persoonlijke kijk op de 'modernisering' van de Agion Oros, een dilemma, dat blijkbaar niet zo gemakkelijk op te lossen is, als het al op te lossen is of opgelost moet worden.

Wie de Heilige Berg vaker heeft bezocht kan de veranderingen (op vele terreinen) niet zijn ontgaan: jonge(re) monniken, bredere wegen ten koste van monopátia, houtexport, commerciële wijnproductie, een groeiend aantal pelgrims/bezoekers (waaronder kinderen), winkels/cafetaria in Kariés, internet, mobiele telefoon, elektriciteit (zonnepanelen) en de dringend nodige renovatie en restauratie van kloosters en kapellen.

Dankzij Europees geld kon dat laatsten op grote schaal aangepakt worden en dat zorgde weer voor een kwalitatieve verbetering van de bouwwerken en voor meer comfort, ook voor de pelgrims. En dan ben ik vast nog wat vergeten.

Vijftien jaar geleden
Mijn gedachten gingen dan ook eerst terug naar zo'n vijftien jaar geleden, naar dezelfde plek. Ik had toen mijn monnik-vriend Φ. mijn bezorgdheid uitgesproken over sommige ontwikkelingen die ik persoonlijk (toen al) niet als een verbetering zag.

Eeuwenlang was de natuur op de Heilige Berg onaangetast gebleven, maar sinds de jaren negentig waren op steeds grotere schaal ingrepen waar te nemen. Bomen werden (in mijn ogen in te groten getale) gekapt. En nieuwe wegen werden aangelegd of oude verbreed, hetgeen voor het bestrijden van branden zeer nuttig is, maar ook de inzet van heel grote vrachtwagens mogelijk maakte.

De modernisering had zulke vormen aangenomen dat bijna alle kloosters per (4wheel drive) auto bereikbaar waren. Het leek me nauwelijks te bevatten hoe snel de mobiliteitsverandering had plaatsgevonden. Het moest voor de monniken een behoorlijke schok zijn geweest, zo dacht ik, hoewel niets natuurlijk zonder hun instemming gebeurt. 

En zijn die nieuwe ontwikkelingen verbeteringen of verslechteringen? Wie ben ik om erover te oordelen? En daarbij, ik kijk van de 'buitenkant' er tegenaan.

Vader Φ. gaf mij toen dan ook een begrijpelijk, en misschien wel juist, antwoord. Hij drukte zich voorzichtig uit en meende, dat de nieuwe wegen van de Agion Oros voor een bezoeker, zeker als hij spiritueel ontwikkeld is of komt uit een land dat een nogal hoge sociale standaard kent, een negatief beeld kunnen geven. Maar, zo zei hij toen, Griekenland en de Agion Oros zijn aan een hervorming begonnen, de Heilige Berg zal de komende jaren een waardig gezicht krijgen, een dat past bij zijn geschiedenis en cultuur.

Gelukkig, denk ik dan, zijn de monniken zich bewust van de 'bedreigingen' voor hun levenswijze, die vanuit 'de wereld' op hen afkomen. De hegoémenos van I.M. Símonos Pétras, Géronta Eliséos, zegt hierover zeer behartenswaardige dingen:



In een volgende blog ga ik nader op deze 'bedreigingen', zoals ik ze zie, in.